Kiss

Bijbel

De telefoon gaat.
Boekverkoper: 'Boekhandel De Rekel, goedenmiddag'.
Klant (stem als grijsgedraaide langspeelplaat): 'Dag mijnheer De Rekel, zoudt u iets voor mij na kunnen kijken?'
Boekverkoper: 'Natuurlijk mevrouw.'
Klant: 'Bent u in het bezit van de Naardense bijbel?'
Boekverkoper: 'De Naardense bijbel, ik ga het even voor u opzoeken.'
Klant: 'Ik hoorde gisteren op de radio dat hij in brede kring erkenning heeft gevonden.'
Boekverkoper: 'Kijk eens aan.' (korte pauze) 'Ik zie dat wij deze bijbel niet in huis hebben mevrouw. Ik kan hem wel voor u bestellen.'
Klant: 'Oh. En wat kost hij dan?'
Boekverkoper: 'Negeneenzestig vijftig, inclusief een cd met een selectie vertaalde psalmen.'
Klant: 'Een cd? maar die hoef ik niet hoor.'
Boekverkoper: 'Hij is er ook zonder cd.'
Klant: 'Oh. En is dat dan goedkoper?'
Boekverkoper: 'Nee, dan kost hij ook negenenzestig vijftig mevrouw.'
Klant: 'Wat raar.'
Boekverkoper: 'Ik denk dat de kosten niet zo in de cd zitten eigenlijk.'
Klant: 'Ik vind het toch wel eigenaardig. (hoestbui) En wanneer heeft u hem in huis als ik hem nu bij u bestel?'
Boekverkoper (trots): 'Dan heb ik het boek overmorgen voor u binnen.'
Klant: 'Oh. (korte stilte) Nou weet u, dan bestel ik hem wel even bij Bol punt com, dan heb ik hem morgen in huis. Fijn bedankt hoor, goedenmiddag!'

Afghanistan

Boekverkoper: 'Dames, kan ik u helpen?'
Dame 1: (riant geschminkte volksvrouw)'Nou, we zoeken een leuk boek voor een jongen die naar Afghanistan gaat'
Dame 2: (idem) 'Heb u daar iets over?'
Boekverkoper: 'Misschien is dit iets? (pakt boek 'Soldaat in Uruzgan' uit de kast)
De vrouwen monsteren de aangeboden titel met de nodige argwaan.
Boekverkoper: 'Dit boek geeft een indringend beeld van de strijd die soldaten in Afghanistan..'
Dame 1: 'Ik weet niet hoor. Is dat leuk voor zo'n jongen om te lezen?'
Boekverkoper: 'De ervaringen van andere soldaten kunnen natuurlijk leerzaam zijn voor..'
Dame 2: 'Heb u ook een afdeling Troe Kraaim? Met boeken van Peter R. de Vries enzo?'
Boekverkoper: 'Jazeker, loopt u even mee?' (met wijds gebaar naar plankje waargebeurde misdaadverhalen) 'Kijkt u eens.'
Dame 2 (pakt boek): 'Kijk Toos, Peter R. de Vries'
Dame 1: 'Zou-ie dat wel leuk vinden? Hij krijg natuurlijk al genoeg ellende te zien.'
Boekverkoper: 'U komt er wel uit verder?'
Dame 1 (boekverkoper negerend): 'Moeten we niet gewoon wat grappigs geven Ria? Een boek met moppen of zo?
Dame 2: 'Kijk, daar leg de Rooie Oortjes scheurkalender'
Dame 1: 'Da's toch geinig, voor boven z'n bed.' (tegen boekverkoper) 'Heeft ie elke dag wat leuks om naar te kijken.'
Boekverkoper: ...
Dame 2: (overhandigt boekverkoper de kalender) 'Wil u die inpakken? 'T is een kadootje.'

Vaste Klant

Een drukke zaterdagmiddag in De Boekhandel:

Boekverkoper (luid): 'Dag meneer van der Dusse'
Vaste klant (krasse en opgewekte grijsaard) : 'Wat zegt u?'
Boekverkoper (nog luider): 'Dag meneer van der Dusse!'
Vaste klant: 'O, dag. Ja, ik ben wat doof ziet u.'
Boekverkoper: 'Dan praat ik toch gewoon wat harder'
Vaste klant: 'ik ben ook al vijfentachtig he.'
Boekverkoper: 'ja,ja.'
Vaste klant: 'Zeg, ik kan de spoorwegtijdschriften niet vinden. U had ze toch een plank hoger gezet voor me?'
Boekverkoper:' ik pak ze wel even voor u.' (ijlt in gestrekte draf naar de tijdschriftenwand en komt terug met twee bladen)
Vaste klant: 'Weet u, ik ben bezig mijn oude films op dvd over te zetten. Daar zitten heel bijzondere opnames bij.'
Boekverkoper (met chronische glimlach): 'Ja, dat vertelde u de vorige keer.'
Vaste klant (dromerig): In Zwitserland heb ik alle spoorlijnen gefilmd, de Furka-Oberalp-Bahn, de..'
Boekverkoper (met schuin oog op de gestaag groeiende rij die zich achter vaste klant vormt): 'Dat wordt dan vijf vijfentachtig alstublieft'
Vaste klant: 'Geen leuke mensen hoor, die Zwitsers.'
Collega-boekverkoper (half-schreeuwend): 'Kunt u even opzij gaan meneer Van der Dusse? Dan kan deze mevrouw pinnen'
Vaste klant (verschrikt): 'Ach natuurlijk' (pakt portemonnee)'Ik zal u niet langer aan de praat houden. Hoeveel krijgt u van me?'
Boekverkoper: 'Geeft niets hoor. (luid, voorover neigend) Vijf vijfentachtig alstublieft!'
Vaste klant (telt met bevende hand kleingeld uit): 'Zet u de tijdschriften de volgende keer wat hoger?'
Boekverkoper: 'Dat doen we meneer Van der Dusse.'
Vaste klant (tikt hoed aan): 'Nou, tot de volgende maand maar weer.'

FAQ

Zomaar wat vragen die de afgelopen tijd zijn afgevuurd op de boekverkoper:

'Leent u ook boeken uit?'
'Kunt u deze bladzijde voor me kopieren? 'Waarom niet? Ik heb alleen deze bladzijde nodig!'
'Heeft u een 23-gaats perforator? Ja? Mag ik dit papier dan even perforeren?'
'Heeft u ook een pup-op boek?'
'Weet u een boek voor iemand die nooit leest?'
(Kind) 'Heeft u een boek voor mijn opa?'
(Oudere dame) 'U leest zeker de hele dag boeken?'
'Heeft u het spoorboekje?'
'Heeft u zo'n ding om mee te, eh ... (gevolgd door snijdende, vegende, stempelende etc. bewegingen)
'Heeft u het boek Schaduw in de Wind? O nee, Schaduw van de Engel? Ach nee, hoe heet het ook weer?'

Tip

Boekverkoper: 'Goedenmiddag'
Klant (type Wieteke van Dort): 'Heeft u het boek 'Ik ben jouw zon, jij bent mijn maan' van Liselot van Luimen?'
Boekverkoper: (zoekt in de computer): 'Nee mevrouw, dat heb ik niet in huis.
Klant: 'O nee? En krijgt u het nog?'
Boekverkoper: 'Nee, ik geloof niet dat we het hebben ingekocht.'
Klant (agressief): 'Dan zou ik dat maar gauw gaan doen.'
Boekverkoper (schrikt): 'O ja?'
Klant: 'dat wordt namelijk een enorme bestseller.'
Boekverkoper: 'Aha.'
Klant: 'Ik was gisteren bij de presentatie in Hotel des Indes. En vandaag staan er interviews in de Viva en de Libelle.'
Boekverkoper (zwak): 'Ik kan het wel voor u bestellen'
Klant: 'Ik heb het al gekregen bij de presentatie. Maar als ik u was zou ik er maar een flinke stapel van neerleggen.'
Boekverkoper: 'Nou bedankt, het is goed dat ik het even weet.'
Klant: 'Graag gedaan hoor!' (exit)

Bon

Boekverkoper: 'Goedemorgen meneer Blok'
Klant (type literatuurcriticus Volkskrant): 'Hai, mag ik een boekenbon van 15 euro?'
Boekverkoper: 'Jazeker.' (guitig) 'U treft het, we hebben net de nieuwe boekenbonnen binnengekregen.'
Klant: (gretig) 'O ja, dat is waar ook. En wie staan er nu op?'
Boekverkoper: 'Op de bon van 15 euro staat Connie Palmen' (toont boekenbon)
Klant (zuur): 'Connie Palmen??'
Boekverkoper: 'Het is even wennen.'
Klant: 'Het moet toch niet gekker worden. Straks zitten we tegen de kop van Kluun aan te kijken.'
Boekverkoper: 'Ik heb nog wel de oude bon van 15 euro, met Gerard Reve erop.'
Klant: 'Nee, laat maar. Wie staat er op de nieuwe bon van 20 euro?'
Boekverkoper: 'Adriaan van Dis.'
Klant: 'Nou, doet u die dan maar, daar kan ik dan nog wel mee aankomen. En een btw-bonnetje graag.'
Boekverkoper: 'Er zit geen btw op een boekenbon.'
'Klant: 'Oh' (na enig nadenken) 'schrijf dan maar een bonnetje met 'vakliteratuur' voor me.'

Onzin

Boekverkoper: 'Goedenmiddag, kan ik u helpen?
Klant (type Ma Flodder, zwaar leunend op de balie): 'heeft u iets van Youp van 't Hek?'
Boekverkoper (zoekt in de computer): 'nee mevrouw, op dit moment heb ik niets in de kast staan van Youp van 't Hek.'
Klant (met stemverheffing): 'Wat is dat nou voor onzin, hoezo heeft u niets staan? Dit is toch een boekwinkel!'
Boekverkoper (sussend): 'We kunnen wel iets voor u bestellen hoor'
Klant: 'Het moeten wel columns zijn, ik wil alleen columns.'
Boekverkoper (na enig zoekwerk): 'ik heb hier de twee meest recente bundels in de computer gevonden.'
Klant: 'Maar ik hoef er maar een'
Boekverkoper (snel): 'ik laat ze allebei komen, dan kunt u kiezen'.
Klant: 'maar zijn dat dan columns?'
Boekverkoper: 'ja hoor, dat zijn columns'
Klant: 'Oh' (korte pauze) 'wat is dit nu weer?' (pakt een kinderboekenweekgeschenk van een stapeltje op de toonbank)
Boekverkoper: 'Dat is het kinderboekenweekgeschenk.'
Klant: 'Oh' (naar het boekje starend) 'wat een onzin'.

'Kan ik u helpen?'

Gesprek 1

Boekverkoper: 'Kan ik u helpen mevrouw?'
Klant: (een vroeggrijze vrouw van achter in de vijftig): 'Ik wil nu eens een vrolijk boek, alle boeken zijn zo somber!'
Boekverkoper: 'Oh, maar dan zoeken we toch een vrolijk boek voor u'

De boekhandelaar laat een aantal luchtige titels de revue passeren. Deze worden stuk voor stuk door de klant afgewezen.
Klant: 'en dat boek dan?' (wijst naar een willekeurige stapel op de tafel)
Boekverkoper: 'dat boek heb ik niet gelezen mevrouw, daar kan ik niet veel over vertellen'
Klant: 'Oh, dus u leest niet?'

Gesprek 2

Boekverkoper: 'kan ik u helpen mevrouw?'
Klant (een chique, maar nogal treurige dame) 'ik zoek een boek voor mijn zoon, hij moet het voor zijn lijst kunnen lezen.'
Boekverkoper: 'Wat leest uw zoon zoal?'
Klant: 'Hij is hoogbegaafd. Nederlandse literatuur vindt hij maar saai.
Boekverkoper: 'Er zijn ook wel spannende Nederlandstalige boeken hoor. 'Het Gouden Ei' van Tim Krabbe bijvoorbeeld, of 'De Donkere Kamer van Damocles.'
Klant: 'Daar vond hij ook niets aan.'
Boekverkoper: ...
Klant: 'Heeft u niet zoiets als 'De Da Vinci Code'?. Dat soort boeken vindt hij namelijk wel leuk.'
Boekverkoper: 'Ik vrees dat je dat soort boeken niet op je lijst mag zetten. Dat wordt niet als literatuur beschouwd.'
Klant: 'Nou, laat dan maar zitten.' (tegen duidelijk zwakbegaafde jongen achter haar) 'Ga je mee Jeffrey, ze hebben hier niets voor jou'